Inleiding

Alles wat u moet weten over de delegaties van het Europees Parlement

De delegaties van het Europees Parlement bestaan uit leden van het Europees Parlement (EP-leden) die de betrekkingen met de parlementen van landen, regio's of organisaties buiten de EU onderhouden en verdiepen.

Op deze manier vormen delegaties de belangrijkste schakel tussen het Parlement en andere wetgevende organen in binnen- en buitenland.

Delegaties werken aan het verwezenlijken van de doelstellingen van het Europees Parlement door middel van samenwerking met parlementaire commissies. Daarnaast zetten EP-leden zich in voor democratie en mensenrechten buiten de grenzen van de EU.

Door de weg te kiezen van de "parlementaire diplomatie" en regelmatig in gesprek te gaan, brengen delegaties ook de EU in het algemeen voor het voetlicht, waarbij ze hun gesprekspartners aanmoedigen om de waarden en belangen van de EU over te nemen.

Interparlementaire vergaderingen

Delegaties organiseren interparlementaire vergaderingen met gekozen vertegenwoordigers van buiten de EU. Hiermee krijgen de deelnemers de gelegenheid om met elkaar kwesties te bespreken.

Deze bijeenkomsten worden doorgaans één of twee keer per jaar gehouden en duren enkele uren of dagen.

Voor de organisatie van deze vergaderingen is een rotatiesysteem ingevoerd: de ene keer reizen de EP-leden naar een ander parlement buiten de EU, de andere keer treedt het Europees Parlement zelf op als gastheer.

Wanneer de leden voor deze vergaderingen naar landen buiten de EU reizen, streven ze ernaar ook mensen buiten het gastparlement te ontmoeten en door de EU gefinancierde projecten te bezoeken.

Besprekingen in Brussel en Straatsburg

Delegaties komen ook bijeen in Brussel en Straatsburg om alleen of met andere delegaties of commissies besprekingen te voeren.

Deze korte bijeenkomsten geven delegaties de gelegenheid om hun interparlementaire ontmoetingen te plannen en de situatie in de landen van hun partners te bespreken.

Delegaties nodigen vaak externe gasten uit om presentaties te geven en van gedachten te wisselen met EP-leden. Veel sprekers werken voor andere EU-instellingen (meestal voor de Europese Commissie en voor de Europese Dienst voor extern optreden), voor ambassades of voor universiteiten.

De delegaties nodigen soms ook gasten uit wier stem anders mogelijk niet zou worden gehoord, zoals leden van de politieke oppositie of vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.

De 45 vaste delegaties

Het Europees Parlement telt momenteel 45 vaste (permanente) delegaties.

Dit aantal werd vastgelegd bij het besluit "over het aantal interparlementaire delegaties, delegaties in gemengde parlementaire commissies en delegaties in parlementaire samenwerkingscommissies en multilaterale parlementaire vergaderingen".

De delegaties die in de negende zittingsperiode (2019-2024) actief zullen zijn, werden bij dit in april 2019 aangenomen besluit bepaald en gegroepeerd in regio's.

De indeling van de delegaties kan tussen de zittingsperiode sterk verschillen. Zo was er tijdens de zevende zittingsperiode (2009-2014) een enkele delegatie voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Montenegro en Kosovo. Sinds medio 2014 zijn er echter vier aparte delegaties voor deze landen.

Het Parlement kan te allen tijde besluiten om officiële groepen van EP-leden naar derde landen te sturen voor deelname aan conferenties of andere evenementen of naar aanleiding van politieke ontwikkelingen.

Samenstelling

Alle delegaties hebben dezelfde structuur: zij hebben één voorzitter en twee ondervoorzitters, die door de delegatieleden worden verkozen.

Alle delegatieleden worden aangewezen door de fracties van het Parlement, waarbij de samenstelling van elke delegatie het algemene politieke evenwicht in het Parlement weerspiegelt.

Ieder EP-lid is lid van een vaste delegatie, en sommigen zijn lid van meer dan een delegatie.

De delegaties die deelnemen aan parlementaire vergaderingen waar verschillende parlementen samenkomen, zijn meestal de grootste.

Zo telt de delegatie van het Europees Parlement in het halfjaarlijkse forum dat alle parlementen van de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) samenbrengt, 78 leden.

Het is echter niet gebruikelijk dat een delegatie zo groot is. De meeste delegaties van het Parlement bestaan uit niet meer dan 20 leden en de kleinste hebben maar 8 leden.

Reglement

De delegaties moeten zich aan strikte regels houden die zijn vastgelegd in verschillende documenten en besluiten.

Twee artikelen van het officiële Reglement van het Europees Parlement hebben specifiek betrekking op de delegaties. Daarnaast zijn veel artikelen die voor de commissies gelden ook van toepassing op delegaties.

In het meest recente besluit van het Europees Parlement over het aantal delegaties zijn ook enkele procedures uiteengezet. Zo wordt hierin een uitvoerige beschrijving gegeven van de wijze waarop commissies en delegaties hun werkzaamheden op elkaar moeten afstemmen, ook tijdens missies.

De uitgebreidste regels voor delegaties zijn opgenomen in een officieel document met de titel "Uitvoeringsbepalingen inzake de werkzaamheden van delegaties en werkbezoeken buiten de Europese Unie".

In deze tekst wordt de algemene doelstelling van de delegaties van het Parlement uiteengezet: "handhaving en uitbreiding van de contacten met parlementen van landen die traditiegetrouw partners van de Europese Unie zijn [...] en [...] bevordering [...] van de waarden die aan de Europese Unie ten grondslag liggen."

In de bepalingen wordt ook beschreven hoe de delegaties van het Parlement de standpunten en normen van het Parlement in acht moeten nemen.

Andere artikelen geven aan welke EP-leden kunnen deelnemen aan reizen van een delegatie buiten de EU. Om de kosten te drukken, is het aantal deelnemers aan strenge regels gebonden en moet voor elke reis vooraf toestemming worden verleend.

Betrekkingen met de commissies

Het Europees Parlement heeft drie vaste commissies en twee subcommissies die zich bezighouden met activiteiten buiten de EU ("extern optreden"). Deze commissies houden intensief contact met de delegaties.

Commissies en delegaties houden elkaar op de hoogte van hun bijeenkomsten en besprekingen, en nodigen elkaars leden uit om deel te nemen aan hun werkzaamheden en missies, ook buiten de EU.

Van de verschillende commissies vervult de Commissie buitenlandse zaken (AFET) de belangrijkste rol voor de delegaties. Deze commissie coördineert de werkzaamheden van de delegaties en bepaalt het beleid, zowel voor vaste delegaties als voor EP-leden die voor officiële werkbezoeken naar landen buiten de EU reizen.

De Commissie internationale handel (INTA) overlegt met de delegaties over onderwerpen op het gebied van internationale economische en handelskwesties. Vooral de delegatie die zich bezighoudt met de economische partnerschapsovereenkomst met Cariforum werkt nauw samen met INTA.

Ten slotte coördineert de Commissie ontwikkelingssamenwerking (DEVE) de delegaties die ontwikkelingsvraagstukken behandelen. De delegatie voor de ACS-Groep van Staten is een van de vele delegaties die met DEVE samenwerken.

Voordat een delegatie met gekozen vertegenwoordigers van buiten de EU bijeenkomt, doen commissies voorstellen voor politieke onderwerpen die de delegatie aan de orde kan stellen. Na de vergadering brengt de voorzitter van de delegatie verslag uit aan AFET.

Aandacht voor democratie en mensenrechten

Veel delegaties betrekken ook de coördinatiegroep democratieondersteuning en verkiezingen van het Europees Parlement bij hun werkzaamheden. Dit orgaan, dat onder leiding staat van de voorzitters van de commissies AFET en DEVE, coördineert de werkzaamheden van het Parlement om de democratie en de mensenrechten buiten de EU te versterken.

Een van de belangrijkste activiteiten van de groep is de organisatie van verkiezingswaarnemingsmissies.

De leden van deze groep reizen tien tot twaalf keer per jaar naar derde landen voor het waarnemen van verkiezingen. Vanwege hun ervaring als gekozen volksvertegenwoordigers wordt hun oordeel over het verkiezingsverloop zeer gewaardeerd.

Andere projecten onder toezicht van de coördinatiegroep democratieondersteuning en verkiezingen hebben als doel om parlementen in derde landen sterker te maken en beter gebruik te maken van hun bevoegdheden.

"Vriendschapsgroepen" en andere niet-officiële groepen

EP-leden zetten soms niet-officiële groepen op om overleg te voeren over en met derde landen.

Deze "vriendschapsgroepen", die soms worden gesponsord door lobbyisten of buitenlandse regeringen, zijn geen officiële organen van het Europees Parlement.

In tegenstelling tot de vaste delegaties hebben deze groepen op reis naar het buitenland geen officiële status en worden daarom niet ondersteund door de plaatselijke bureaus van de EU. Deze groepen werken niet samen met de commissies en mogen niet namens het Parlement spreken.

De Parlementsleden die aan deze groepen deelnemen, moeten duidelijk zijn over hun status en voorkomen dat hun werkzaamheden in conflict komen met die van de officiële organen van het Parlement.

De EP-delegaties werken samen met de hele wereld © European Parliament

Presentatie en bevoegdheden

Delegaties onderhouden en ontwikkelen internationale contacten van het Parlement en dragen bij aan de versterking van de rol en de zichtbaarheid van de Europese Unie in de wereld.

De werkzaamheden van de delegaties zijn dan ook gericht op handhaving en uitbreiding van de contacten met parlementen van landen die traditiegetrouw partners van de Europese Unie zijn, enerzijds, en anderzijds bijdragen tot de bevordering in derde landen van de waarden die aan de Europese Unie ten grondslag liggen, te weten de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, en de rechtsstaat (artikel 6 EU-Verdrag).

Op de internationale contacten van het Parlement zijn de beginselen van het internationaal publiekrecht van toepassing.

De internationale contacten van het Parlement zijn gericht op de bevordering, waar mogelijk en van toepassing, van de parlementaire dimensie van internationale betrekkingen.

(Artikel 3, beginselen die van toepassing zijn op de werkzaamheden van de delegaties, Besluit van de Conferentie van voorzitters van 29 oktober 2015)